Testen van (vermoedelijk) hoogbegaafden

Als orthopedagoog of psycholoog krijg je ongetwijfeld wel eens een vermoedelijk hoogbegaafd kind of volwassene in je praktijk voor intelligentie-onderzoek. Ben je nieuwsgierig naar kenmerken, specifieke HB-dingen en do’s en dont’s bij het doen van onderzoek, dan is dit een zinvolle training voor jou.

Voor wie?

Een mens, groot of klein, met kenmerken van hoogbegaafdheid is vaak een ‘geval apart’. Dat is geenszins onaardig of kleinerend bedoeld, maar is de realiteit (zeg ik, als hoogbegaafd mens 😀). Mijn ervaring is dat de meeste hulpverleners weinig over hoogbegaafdheid weten, simpelweg omdat het in opleidingen, tot mijn grote verdriet, zelden aan bod komt. Áls er al aandacht aan besteed wordt, dan slechts summier en alleen gericht op het cognitieve deel. Hoogbegaafde kinderen (en grote mensen!) zijn natuurlijk meer dan alleen een hoofd vol hersenen. Ze voelen diep en complex, ze leven intens. En dat kan, in relatie tot de omgeving, allerlei lastigheden met zich meebrengen. Voor een kind zelf, voor zijn ouders, voor school. Bij volwassenen zien we vergelijkbare lastigheden: in relaties, in werk. Er speelt vaak ook een systemisch aspect mee: een hoogbegaafd kind heeft bovengemiddeld vaak ook minstens één hoogbegaafde ouder en het proces van een kind roept van alles op bij de ouder, wat weer effect kan hebben op het kind.
Een hoogbegaafde volwassene is ook een kind geweest en heeft een historie, vaak van onbegrip, onvoldoende gezien zijn, lastige leergeschiedenis.
We zien bovengemiddeld vaak (pas op: hier volgen containerbegrippen!) onderpresteren, faalangst, ’te moeilijk’ denken, eindeloze zijwegen, hoge eisen et cetera. Al deze aspecten dienen we mee te nemen in het contact met iemand met kenmerken van hoogbegaafdheid, ook bij het doen van intelligentie-onderzoek.

Ben je nieuwsgierig naar deze groep, wil je meer handen en voeten geven aan intelligentie-onderzoek, met inachtneming van de mens in zijn volheid?
Sluit dan aan!

Wat leer je?

Na deze training weet je waar je op moet letten bij het afnemen van een intelligentieonderzoek en in het werken met mensen met kenmerken van hoogbegaafdheid. Je weet welke specifieke aspecten die mee kunnen spelen bij kinderen of volwassenen die voor een onderzoek komen. Je kunt daar op inspelen tijdens de afname. Daarmee draag je ertoe bij dat je cliënt optimaal tot zijn recht komt in het intelligentie-onderzoek.
Je kunt passende en praktisch toepasbare handelingsadviezen formuleren in je rapportage, waarin je cliënt zich herkent. 
Is dat ambitieus? Ja zeker. Redden we dat, in 2,5 uur? We komen een heel eind.

Het doel is dat jij na afloop naar huis gaat met aha-momenten over een cliënt. Met handvatten om je onderzoek nóg beter te kunnen inrichten. Met een beeld van de breedte en diepte van het onderwerp. En met inzicht in de grenzen van jouw kunnen: wanneer ben jij de juiste persoon om onderzoek te doen, en wanneer niet?